Monnikenstraat
De Monnikenstraat loopt tussen de Nieuwmarkt en de Oudezijds Achterburgwal. De straat is genoemd naar het Minderbroedersklooster dat in 1462 in deze buurt werd gesticht. Dit Franciscanerklooster, ooit het grootste mannenconvent in de stad, heeft tot 1578 bestaan. In 2001 zijn bij opgravingen aan de Bloedstraat allerlei sporen van het klooster in de bodem teruggevonden. Op het opgravingsterrein zijn de muurresten van de refter (eetzaal) en de wijnkelder vrij gelegd. Zoals gebruikelijk bij Amsterdamse kloosters uit die periode waren de muren gemetseld op een zware eikenhouten roosterfundering. Ten noorden van de refter kon een klein gedeelte van het kloosterhof met de kruisgang worden opgegraven. Ter hoogte van deze kruisgang lagen enkele monnikengraven.
Het definitieve einde van het klooster kwam in 1578 met de Alteratie, waarbij het katholieke stadsbestuur werd afgezet en kloosters en kerken nieuwe bestemmingen kregen. Ook de minderbroeders werden de stad uitgezet. Bij de verbouwing van het klooster aan het einde van de zestiende eeuw werden dwars door het terrein de Bloedstraat, Monnikenstraat, Gordijnensteeg en Monnikendwarsstraat aangelegd met woonhuizen erlangs. Ondanks deze verbouwingen is de structuur van het Minderbroedersklooster nu nog herkenbaar op de plattegrond. De straten vormen een vierkant rond het centrale kloosterhof.