Scheepvaarthuis
Het Scheepvaarthuis van J.M. van der Mey is het boegbeeld van de Amsterdamse School. Het enorme kantoorpand, waaraan ook M. de Klerk en P.L. Kramer meewerkten, was bestemd voor zes grote Amsterdamse rederijen. Passagiers haalden hier voor hun vertrek hun reisbescheiden op. Dankzij het betonskelet werd Van der Mey niet gehinderd door constructieve beperkingen en kon hij zijn artistieke ambities de vrije loop laten. Beeldhouwers, siersmeden en glaskunstenaars brachten rijkelijk decoraties aan, uitgevoerd in de kostbaarste materialen. Overal zijn verwijzingen naar de zee, zeevaart en overzeese handel te vinden. Exterieur en interieur zijn zorgvuldig op elkaar afgestemd. Een hoogtepunt is het hoofdtrappenhuis, dat versierd is met schitterende glas-in-loodramen en sierlijk smeedwerk. Sinds 2007 zetelt Grand Hotel Amrâth in het gebouw.