De naam van deze kunstenaarssociëteit betekent ‘Kunst en Vriendschap’. De vereniging wordt in 1839 opgericht met als doel bevordering van de kunsten, onderlinge verbroedering en verbetering van de sociale en economische positie van kunstenaars. Leden van buiten Amsterdam zijn welkom, maar vormen een minderheid. De sociëteit vestigt zich in twee panden aan het Rokin. M.G. Tétar van Elven ontwerpt een kunstzaal met een fraaie gietijzeren kapconstructie met glazen dakvlakken. Later komt er een identieke tweede zaal. In 1856 verbouwt J.H. Leliman de panden en krijgen deze een gemeenschappelijke voorgevel van gepleisterde baksteen, versierd met beelden die de kunsten voorstellen. De statige sociëteitszaal, in 1894 opnieuw ingericht door A.C. Bleys en H.P. Berlage, en het niet minder deftige trappenhuis verkeren in nog vrijwel originele staat.