Schildering Anton Rovers
Kunsthistorische waarde
De wandschildering van Anton Rovers in de Stadsschouwburg is van kunsthistorische waarde als een abstracte muurschildering uit 1953, en dat is bijzonder omdat er in die tijd weinig kunstenaars waren die abstracte kunst maakten. Het heeft ook waarde als een kunstwerk van de bekende monumentale kunstenaar Anton Rovers. In zijn oeuvre heeft het een grote waarde, omdat veel van zijn werk is vernietigd en omdat het zijn eerste belangrijke opdracht is geweest. Rovers is opgeleid tot monumentale kunstenaar bij professor Campendonk op de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten en was lid van de Vereniging van beoefenaars der Monumentale Kunsten (VbMK).
Cultuurhistorische waarde
In vroege jaren vijftig zijn er voor vier `lege` muren in de Stadsschouwburg kunstopdrachten gegeven aan vier verschillende kunstenaars: Jan Groenestein, Lex Horn, Jan Peeters en Anton Rovers. Elke kunstenaar heeft een muur beschilderd in zijn eigen stijl. In zekere zin kan het gezien worden als een collectieve groepsopdracht en vormen de vier wandschilderingen een ensemble. In het vakblad Forum 1954 besprak Berend Hendriks kritisch het resultaat en gaf hij aan het collectieve project van een architect en kunstenaar die samen iets realiseren, te missen. In Amsterdam maakte Rovers in 1948 een wandschildering in de Van Diemenschool aan het Javaplantsoen en in de jaren vijftig een marmermozaïek in de kabelfabriek Draka in Amsterdam-Noord. Daarmee staat hij afgebeeld in “Teken aan de wand”.
Architectuurhistorische waarde
De Stadsschouwburg is in 1894 gebouwd door architect Jan Springer. De wandschildering in de trappenhuis beslaat het hele muurvlak en is beeldbepalend.